Verschillende draagsystemen
Er bestaan verschillende manieren om op een ergonomische manier te dragen. Met ergonomisch wordt bedoeld dat de drager de natuurlijke houding van de baby ondersteund. Dit houdt in: ronde rug, 'kikkerhouding' van de benen (ondersteund van knie tot knie, gespreid en de knieën hoger dan de billen) en voldoende neksteun. Ook is het draagcomfort voor de ouder belangrijk. Een goede drager verdeelt het gewicht over de torso en de heupen van de ouder en hangt niet aan de schouders of nek.
De meest bekende ergonomische drager is waarschijnlijk de rekbare draagdoek. Dit is een rechte, ongeveer 5 meter lange lap tricot die van verschillende materialen gemaakt kan zijn. Elk merk heeft zijn eigen eigenschappen. Sommigen zijn erg smal en daardoor vooral geschikt voor pasgeboren baby's, anderen hebben een decoratief middenpaneel.
De rekbare doek wordt vaak genoemd als makkelijker te knopen, maar in de praktijk blijkt dit reuze mee te vallen. Met een rekbare doek kan alleen op de buik gedragen worden.
Veel ouders merken dat rond een kilo of 8 à 9 de rekbare doek te zwaar draagt om comfortabel te zijn. Bovendien vinden veel ouders de doek erg warm, omdat er altijd drie lagen stof over elkaar zitten.
De rekbare doek wordt vaak genoemd als makkelijker te knopen, maar in de praktijk blijkt dit reuze mee te vallen. Met een rekbare doek kan alleen op de buik gedragen worden.
Veel ouders merken dat rond een kilo of 8 à 9 de rekbare doek te zwaar draagt om comfortabel te zijn. Bovendien vinden veel ouders de doek erg warm, omdat er altijd drie lagen stof over elkaar zitten.
De meest veelzijdige drager is de geweven doek. Hiermee kan op de buik, heup en rug gedragen worden. Het is een lap stof van ongeveer 70 cm breed die zo geweven is dat hij in de lengte en breedte niet, maar in de diagonale richting wel rekt. Hierdoor vormt de doek zich precies naar de drager en het gedragen kindje, terwijl het voldoende steun biedt om ook peuters en zelfs kleuters nog mee te kunnen dragen.
Geweven doeken bestaan in zeer veel verschillende kleuren, wevingen en patronen. Ook in de maat is veel keuze, omdat elke knoopwijze net wat meer of minder doeklengte vraagt.
Geweven doeken bestaan in zeer veel verschillende kleuren, wevingen en patronen. Ook in de maat is veel keuze, omdat elke knoopwijze net wat meer of minder doeklengte vraagt.
De ringsling is een geweven doek of andere niet-rekbare stof die door middel van twee ringen aangespannen kan worden. Hij wordt over 1 schouder gedragen. Meestal zit het kindje hierbij op de heup. Het gewicht is door de asymmetrie niet precies over het hele lichaam van de drager verdeeld, waardoor de ringsling vooral geschikt is voor kleine stukjes.
Een mei tai is een van oorsprong Aziatische drager die bestaat uit een rechthoekig of getailleerd ('klokhuisvorming') lijfje met daar vier banden en vaak een slaapkapje aan bevestigd. Twee banden worden om de middel geknoopt, de andere twee gaan over de schouders. Op deze manier kan op de buik en op de rug worden gedragen.
Voor heel kleine baby's is een mei tai vaak niet geschikt omdat ze niet goed genoeg rond de nek aangespannen kunnen worden. De mei tai kan dan niet genoeg ondersteuning bieden aan de nog kwetsbare ruggengraat van de baby.
Voor heel kleine baby's is een mei tai vaak niet geschikt omdat ze niet goed genoeg rond de nek aangespannen kunnen worden. De mei tai kan dan niet genoeg ondersteuning bieden aan de nog kwetsbare ruggengraat van de baby.
Uit het basismodel van de mei tai zijn de voorgevormde dragers ontwikkelt. Deze hebben in plaats van banden die geknoopt moeten worden een of meerdere sluitingen van klittenband of klikgespen. Net als de mei tai bieden de meeste voorgevormde dragers de eerste maanden niet voldoende ondersteuning in de nek.